Thierry, een vergelijkend onderzoek?


Daar waar Boris Johnson en Nigel Farage hun claims over de positieve gevolgen van een Brexit nooit hebben willen onderbouwen, heeft onze eigen Geert Wilders dat wel gedaan. Hij heeft een Engels onderzoeksbureau laten onderzoeken wat de gevolgen van een herinvoering van de gulden zouden zijn. Er was weliswaar enige kritiek op de gebruikte methode, de conclusies waren aan nog al wat voorwaarden onderhevig en Geert had eigenhandig het hoofdstuk over de moeilijke transitie periode er uit geknipt, maar toch, onderzoek met de pretentie van wetenschappelijk.

Een unieke kans dient zich aan met de Brexit om de wetenschappelijke basis van de ‘Exiteers’ te verdiepen.. Immers, het is erg moeilijk de effecten van de Europese Unie te beschrijven omdat je die zou moeten vergelijken met een situatie die niet bestaat, namelijk de hypothetische situatie in de lidstaten nu ware die EU er niet geweest.

Als gevolg daarvan kan het effect van de EU kan dan ook altijd ter discussie worden gesteld.

Met de Brexit dient zich echter een unieke en welhaast ideale situatie aan voor een dubbel blind onderzoek. Vergelijk de situatie van de EU 27 met de laboratorium situatie van het Verenigd Koninkrijk.

Een unieke kans voor Thierry Baudet, Geert Wilders en Jan Roos om het onderzoekswerk voort te zetten.

In het laboratorium dat Groot Brittannië heet zijn de nefaste gevolgen van de Brexit nu al veel groter zijn dan voorgesteld. Niet dat ze in theorie niet waren voorspeld, maar de praktijk is verrassend en concreet.

De verwevenheid van het internationale economische systeem is zo groot en intensief dat de gevolgen overal te voelen zijn. Italiaanse banken komen nog meer in de problemen, de vastgoedsector in Spanje krijgt een nieuwe klap. Goed, dat zal de Britten een zorg zijn.

Beperken we ons tot het VK.

De waarde van het Britse pond is dramatisch gedaald, de vastgoedsector is langzaam aan het crashen, de kredietrating van het land is naar beneden bijgesteld wat de kosten voor de staatsschuld doet oplopen en de economische groei is tot stand gekomen. Is dat die ‘Better Deal for Britain’ die Cameron had beloofd?

De Nederlandse economie is nog internationaler dan de Britse, ze is immers ook geografisch en qua infrastructuur geheel en al geïntegreerd in die van Noord West Europa.

We hebben gezien dat de voorstanders van de Brexit geen enkel plan hadden klaar liggen voor als het zou lukken. In zekere in logisch omdat het plan was nipt te verliezen zodat Johnson als premier de rest van de EU nog jaren zou kunnen gijzelen met de dreiging dat de Brexit op een bepaalde dag echt zou gebeuren, hij kon echt geen concessies doen met 48% euro kritische stemmers etc.

Dat plannetje is mislukt maar de consequentie is wel dat vanaf nu de ‘Exit’ voorstanders in andere landen een plan zullen moeten hebben voor als het lukt. Voor een plan zullen onderzoeksgegevens nodig zijn.

Voor een gepromoveerd jurist moet dat een eitje zijn.

Mochten Thierry en Geert dat niet doen dan kunnen we dezelfde vaandelvlucht verwachten als van Boris en Nigel.

Nep Politici


‘Brusselse’ besluiten worden veelal door nationale politici genomen die dat eenmaal thuisgekomen spontaan vergeten. Caroline de Gruyter trekt daar (in het stuk: http://www.nrc.nl/handelsblad/2016/02/13/wat-is-er-mis-is-met-europa-en-wat-doen-we-era-1587839) de interessante conclusie uit dat Europa politiek gezien van niemand is. Een interessante constatering en een gevaarlijke situatie.

Niet alleen wordt geen verantwoordelijkheid genomen, veelal wordt er enthousiast geflirt met de idee dat veel ook wel op nationaal niveau kan worden geregeld en dat Europa wel een beetje doorgeschoten is. Enthousiast wordt het idee van een uitdunning van de regelgeving ‘Refit’ in het jargon, aangehangen.

Daarnaast hebben we de politici die Europa het liefst zouden willen afschaffen en de nationale staat in volle glorie zouden willen herstellen. Het eerste zou in theorie kunnen, die volle glorie gaat er zonder de zoete vruchten van Europa niet komen. Iemand als De Gaulle had dat goed in de gaten. Het ging om Frankrijk, maar nooit heeft hij de EEG willen afschaffen. Integendeel, die was essentieel om Frankrijk te laten bestaan.

Politici in de stijl van Le Pen, Wilders en Farage, gesecondeerd door ‘denkers’ a la Thierry Baudet, willen de vrije binnenmarkt liever intergouvernementeel organiseren. Dit zou betekenen dat de huidige 28 lidstaten bilaterale verdagen met elkaar moeten gaan sluiten. Dat zijn dus 756 bilaterale verdragen. Ik neem aan dat 28 nationale rechtbanken op de naleving moeten gaan toezien. Wordt leuk qua jurisprudentie.
Het is onwaarschijnlijk dat een beetje groot bedrijf dat een vertrouwenwekkend kader voor investeringen ziet.

Naast de interne markt moet vervolgens voor alle andere beleidsterreinen hetzelfde kunststukje worden uitgehaald. Met nog 34 andere beleidskaders kom ik dan op 26460 bilaterale verdagen. Dan hebben we het nog niet eens over de externe dimensie. De aantrekkelijkheid van die binnenmarkt maakt het afsluiten van handelsverdragen, inclusief afspraken over gemeenschappelijke buitentarieven en dergelijke onvermijdelijk. Laat ons eens aannemen dat we potentieel 150 handelspartners hebben, dan worden dat 4200 handelsverdragen. In totaal dus minimaal 30.660 verdragen!

Hoe dit allemaal in de praktijk gestalte dient te krijgen is een volstrekt raadsel. Het is zeker een goed banenplan voor diplomaten en ambtenaren-ik durf geen berekening te maken van het aantal ambtelijke werkgroepen-maar geen methode om bureaucratie terug te dringen en al helemaal geen helder kader voor groei en banen waar politici zo graag op morgen inzetten.
Het lijkt tamelijk onverantwoordelijk om zoiets te willen en vooralsnog is de EU in de huidige vorm hierbij vergeleken een wonder van efficiency.

Toch bereiden steeds meer politici lippendienst aan dit intergouvernementele model van Europese samenwerking. Het doet denken aan het boek ‘Sleepwalkers, How Europe went to war in 1914’ van Christopher Clark. Hij beschrijft het volstrekt falen van het multilaterale samenwerkingsmodel. Een model dat zo een wirwar van afspraken was geworden dat niemand meer de consequenties van zijn handelen kon overzien. Slaapwandelend liep men WOI in.
Het intergouvernementele model is niet in het belang van de nationale staat en zeker niet diens burgers.

We lopen het risico uit politiek opportunisme al slaapwandelend de EU met al het bereikte uit onze handen te laten glippen door het niet naar de bevolking toe te verdedigen op het moment dat het allemaal wat lastiger wordt.
Deze slaapwandelaars, dat zijn pas nep politici.

Time Out voor Europa? Tijd voor Juncker?


Het Volk heeft gesproken en het heeft zoals bekend altijd gelijk, maar wat heeft het gezegd, en hoe ziet dat gelijk er uit?

Doordat de verkiezingen binnen de nationale context zijn gevoerd, moet die ook in de eerste plaats nationaal worden geduid.Zo is in Nederland de winst van D66 vooral te verklaren uit diens constructieve oppositie t.o.v. het kabinet, en pas in de tweede plaats een beloning voor een pro Europese houding.

Geert Wilders is gestruikeld over ‘minder Marokkanen’, meer dan over een anti Europese houding.

In Frankrijk heeft het Front National campagne gevoerd tegen de EU, mar het was typerend dat Marine Le Pen meteen verklaarde dat Hollande het Franse parlement moest ontbinden. De macht in Frankrijk was de duidelijke inzet van de Europese verkiezingen.

In Groot Brittannie is de overwinning van Ukip misschien nog het meest een uiting van anti europeanisme. Daar speelt al enige decennia het trauma van het verlies van het Empire. Europa is dan weliswaar een mooi catharsis moment, en wel een politiek probleem, maar voor het verlies van het imperium werkt alleen acceptatie.

Het is wel  duidelijk dat de overwinningen van FN en Ukip binnenlands tot zeer grote politieke problemen zullen leiden.

 Veel meer dan op Europees niveau.

Dat komt in de eerste plaats omdat niet in alle landen de Eurosceptici in die mate hebben gewonnen. Premier Renzi heeft een knappe overwinning behaald.

In de tweede plaats omdat de traditionele machtspartijen nog altijd de meerderheid hebben. Als christen democraten, socialisten en liberalen samenwerken kunnen deze constructieve partijen Europa nog altijd op koers houden.

En in de derde plaats door het karakter van die anti Europa partijen zelf. Wat ze gemeen hebben met elkaar dat ze niet alleenl tegen Europa zijn, maar vaak ook tegen elkaar.

Er zijn weinig gemeenschappelijk positieve punten waarop ze zich kunnen verenigen en fracties, dus macht, kunnen gaan vormen.

Voor het moment is de uitslag van de Europese verkiezingen dus vooral een nationaal probleem.

Dat betekent niet dat het signaal niet moet worden opgepikt.

 De financiële crisis heeft Europa gedwongen een integratie sprint in te zetten op het moment dat dat de vorige integratie fase, de uitbreiding met tien landen de Grondwetdiscussie en het verdrag van Lissabon discussie door de bevolking nog niet was verwerkt.

Deze integratie fase met two-pack, six-pack, stabiliteits- en deficit mechanismen als wel een banken-unie kwam evenwel niet voort uit Brusselse federalistische dromerij en regeltjes drift maar werd noodzakelijk doordat bleek dat de nationale controle instanties faalden in het controleren van de financiële sector binnen een Europese economische en monetaire unie.

Dat is dan ook subsidiariteit zoals in de preambule staat. Dat je dingen doet op het meest efficiënte niveau, deze keer het Europese.

Maar wellicht toch wel een goed idee eerst maar eens alles implementeren,  eerst maar eens wat rustig aan, tijd voor een Time Out?

Tijd voor Juncker?

De Exit is in, of de Europese paradox van Geert Wilders


De Exit is in tegenwoordig, de Catalanen willen uit Spanje, de Basken waarschijnlijk ook, de Schotten willen uit het Verenigde Koninkrijk en Geert Wilders wil NL uit de EU.

Die EU speelt een centrale rol bij al die exits. Want de Catalanen en Schotten willen de nationale staat wel verlaten, ze willen zeker niet uit de EU.

De onzekerheid over dat EU lidmaatschap bij het verlaten van de nationale staat zou ook wel eens het belangrijkste struikelblok bij het referendum kunnen zijn.

Op zichzelf hoeft een exit uit een nationale staat geen probleem te zijn.Tsjechië en Slowakije zijn heel fatsoenlijk gescheiden, en in Slovenië is er ook weinig heimwee naar het oude verband, maar de EU opgeven, nee.

Het zelfstandige bestaan is ook heel goed mogelijk juist omdat de EU het kader verschaft. De nationale staat, hoe groot of klein die ook is, is onderdeel geworden van een Europees bestuurlijk systeem waarbinnen macht in een systeem van afhankelijkheden wordt uitgeoefend. Daardoor is de relevantie van de nationale staat als uniek wetgevend kader minder geworden.

Daardoor kun je er zonder al te veel gevolgen uit stappen, zolang je maar in dat grotere wetgevende kader van de EU blijft.

Het paradoxale van de regionale exits is daardoor wel dat het ook minder oplevert, je ruilt de ene afhankelijkheid in tegen een andere.

Maar je bent wel van die hoofdstad af die je al een paar honderd jaar dwars zit, dat wel. Daar krijg je 28 andere hoofdsteden voor terug, en dat voelt blijkbaar toch beter.

Je kunt het je permitteren uit een irrelevante structuur te stappen om vervolgens jezelf een irrelevante status te geven, het kan, omdat de EU bestaat die wel relevant is. Als het goed voelt: waarom niet!

En dan denk je toch zo maar even dat -daar is ie weer!- die EU best wel belangrijk is! Maar daar denkt Geert Wilders toch anders over, want die wil in tegenstelling tot die andere exits nu juist uit de EU.

Dan wil je dus uit een relevant kader stappen om jezelf irrelevant te maken. Het is niet eens zozeer interessant dat iemand dat wil, vrijheid van meningsuiting betreft nu eenmaal alle ideeën, hoe vreemd ze ook zijn.

Nee, het vreemde is dat een groot deel van de kiezers hem daarin volgt. Waarom hebben NL kiezers niet in de gaten wat kiezers in Spanje, Schotland en de nieuwe lidstaten feilloos aanvoelen?

Wellicht willen Nederlandse kiezers eigenlijk helemaal niet uit de EU. De gemiddelde kiezer zal ook wel in de gaten hebben dat we niet alles zelf kunnen kopen wat in Rotterdam op de kade wordt gezet.

Maar net als de regionale nationalisten lijken ze boos te zijn op de hoofdstad en het nationale systeem welke niet als transparant en democratisch wordt ervaren, of waarvan bepaalde groepen denken dat ze er geen onderdeel van zijn.

Het is dan wel een beetje vreemd die gevoelens op Europa te projecteren en dat daar de schuld van te geven, en ‘en passant’ dat Europa moeilijker te laten functioneren.

Geert Wilders lijkt middels een debat over Europa vooral Nederland te willen veranderen.

Maar in dat proces zal Geert Wilders – o schone paradox-  niet zonder de veiligheid van het EU lidmaatschap kunnen.