Het wordt druk met demonstraties in Den Haag, deze herfst. Zo gaan de omroepverenigingen op 9 oktober demonstreren voor het behoud van de publieke omroep. Het is typisch Nederlands om het begrip publieke omroep gelijk te stellen aan omroepverenigingen. In andere, ook beschaafde landen zoals het Verenigd Koninkrijk, heeft de staat gezorgd voor hele nette openbare omroepen, inderdaad, zoals de BBC, zonder dat daar die verenigingen voor nodig zijn.
Die vereningen demonstreren dan ook niet voor het behoud van de openbare omroep, maar voor het eigen voortbestaan.
Natuurlijk hebben die verenigingen in Nederland hun eigen geschiedenis.
De Gereformeerde Broederschap was verantwoordelijk voor de ontwikkeling van het begrip ‘soevereiniteit in eigen kring’. Dit hield in dat de groep op bepaalde gebieden autonome rechten kreeg waarvan de rekeningen door de staat werden betaald. Met name in het onderwijs, maar ook in de zorg en de radio.
De verzuiling was een feit.
De emancipatie van gereformeerden en socialisten als gevolg daarvan ook.
Dat is zelfs zo goed gelukt dat ze als onderscheidbare groep in de samenleving niet meer bestaan. Emancipatie voltooid, ontzuiling een feit.
Maar de openbare omroep is nog steeds georganiseerd op grond van omroepverenigingen. Die verenigingen zijn al lang niet meer een uiting van maatschappelijke binding. Het zijn bedrijven geworden zonder aandeelhouders waarbinnen gevestigde belangen ruim baan hebben om hun belangen te verdedigen.
Ze concurreren niet meer op grond van levensbeschouwing maar op grond van kijkcijfers, met elkaar en met de commerciële omroep.
Dat leidt niet echt tot een inhoudelijk sterke openbare omroep, alleen maar meer van hetzelfde.
Het lijkt vreemd dat de openbare omroep met geld van de belastingbetaler concurreert om het voetbal uit de handen van de commerciële omroep te houden terwijl het budget voor Nederlands drama te klein is. Het lijkt zinvoller om de twee systemen in synergie te laten functioneren. Laat het voetbal over aan de commerciële omroep, en het Nederlands drama en nieuws voor de openbare omroep. Dat kost minder en aanvullende, niet concurrerende media.
Het zou van moed getuigen als de politiek dit zou willen inzien.
Nu laat de politiek de omroepverenigingen afsterven door ze tot fusies te dwingen. Daarmee verliezen ze nog meer hun maatschappelijke profiel en wordt het afsterven versneld.
Dat is politiek weliswaar begrijpelijk, maar daarmee hebben we nog steeds geen goede openbare omroep.
Het huidige fusieproces gecombineerd met de noodzaak verder te bezuinigen zou een goed politiek moment dienen te zijn om te erkennen dat een publieke en commerciële omroep in synergie naast elkaar dienen te bestaan, maar dat omroepverenigingen daar niet meer voor noodzakelijk zijn.
Het zou natuurlijk helpen als die verenigingen dat zelf ook in zien. Met de huidige doodstrijd verliezen we immers niet alleen de verenigingen, maar ook de openbare omroep. Willen we in Nederland een openbare omroep als cultuurdrager dan dienen te omroepverenigingen in te zien dat ze hun media macht niet dienen te gebruiken om hun posities veilig te stellen, maar om de openbare omroep veilig te stellen, door samen daar in een klap tot te fuseren.