Het Nederlandse Onderwijs, heel bijzonder


In Nederland kennen we sinds 1917 de vrijheid van onderwijs. Met de ‘pacificatie’ werd de grondwet zodanig gewijzigd dat de staatsmacht werd vervangen door de zelfbeschikking van de zuilen. Voor het onderwijs werd bepaald dat naast het openbaar onderwijs bijzonder onderwijs mogelijk werd, het befaamde Art. 23 van de Grondwet.

Voor alle duidelijkheid, mogelijk maken van staatswege betekent betalen door de staat.

In de praktijk is naast het van staatswege verstrekte openbaar onderwijs een parallel systeem van levensbeschouwelijk onderwijs opgebouwd door de verschillende zuilen.

Nu is het met die zuilen niet zo goed afgelopen. God heeft een moeilijke relatie met de ratio, jeugdtrauma’s en traumatische jeugdervaringen deden de rest.

Het openbaar onderwijs is ook niet helemaal ongeschonden uit de strijd gekomen. Socialisten en andere wereldverbeteraars hadden geen eigen schoolsysteem en hebben van lieverlee het openbare onderwijs gekaapt om te dienen als instrument van maatschappelijke verandering. Hoewel Ambachtschool, ULO en HBS generaties lang degelijke diploma’s uitreikten, moesten die plaats maken voor middenscholen en ROC’s.

Grootschaligheid zou dit alles kostenefficiënt maken, maar dat is niet helemaal gelukt.

 En daar zit je dan, als liberale staatsecretaris, met twee onderwijssystemen die allebei niet werken zoals het bedoeld was. De ouders keren de onderwijsfabrieken de rug toe, en op grond van Art. 23 gebeuren er zaken waar dat artikel echt niet voor bedoeld was.

De echte oplossing is simpel: afschaffen van het bijzonder onderwijs en het ontideologiseren van het openbaar onderwijs en terugbrengen naar een voor ouders hanteerbare maat.

Maar dat is politiek onhaalbaar, al was het alleen maar omdat dat een grondwetswijziging noodzakelijk maakt.

En nu heeft staatsecretaris iets bedacht, en eerlijk is eerlijk, zijn idee is geniaal, en getuigend van visie.

In een lange, goed doortimmerde brief geeft hij zijn visie op Art. 23 van de Grondwet en het Onderwijs, ja Mark, zomaar een vergezicht!

Hij  wil Art. 23 een bredere basis geven en een minder ideologische invulling. Dat dat een politiek eufemisme is voor het neutraliseren van Art. 23 en is juist zo elegant.

Hij wil ouders namelijk op grond van Ar.t 23 niet alleen de mogelijkheid geven scholen te stichten op grond van levensbeschouwing, maar ook op andere gronden, zoals kwaliteit!

Het geniale van deze gedachte is dat hiermee de definitieve aanval zal worden ingezet op het geïdeologiseerde openbaar onderwijs, terwijl tegelijkertijd het bijzondere onderwijs een algemeen karakter krijgt.

De schoolstrijd wordt dus uiteindelijk gewonnen door de liberalen! Immers, het bijzondere onderwijs komt geheel en al in handen van seculiere burgers die het onderwijs organiseren dat zij willen voor hun kinderen.

De greep van de staat op het onderwijs verdwijnt omdat ouders geen slecht, ideologisch en grootschalig onderwijs meer willen en zich zullen afwenden van het openbaar onderwijs.. En dat met een beroep op de “aanhoudende zorg van de overheid voor het onderwijs”, zoals de Grondwet zegt.

Bovendien, kost niets meer en de ouders doen het werk.

Doorzetten Sander!

http://www.rijksoverheid.nl/ministeries/ocw/documenten-en-publicaties/kamerstukken/2013/07/13/kamerbrief-reactie-op-onderwijsraadadvies-artikel-23-grondwet-in-maatschappelijk-perspectief.html

De Nederlandse soevereiniteit op weg naar Berlijn


Een van de leerstukken van de politieke theorie wil dat de eerste kerntaak van de staat, en dat wat de staat wezenlijk onderscheidt van gemeente, provincie of parochie, de veiligheid van de burger is.

Die burger hoeft niet meer zelf zijn medeburgers te lijf te gaan als er iets is wat hem niet zint, en hij hoeft ook niet met hooivorken naar de grenzen te trekken als de vijand nadert.

Politie, Justitie en de Krijgsmacht doen dat voor hem.

In ruil daarvoor heeft de burger het recht om geweld te gebruiken opgegeven ten gunste van de Staat, die het zogenaamde geweldsmonopolie bezit.

Dat is niet alleen efficiënt, het is ook fijn voor de bestuurders van de Staat, die nu niet bang hoeven te zijn voor aanvallen van hun eigen burgers.

Als het een beetje meezit tenminste.

Machthebbers vinden het ook altijd nuttig en goed voor het eigen ego, om aan de burgers en de wereld te laten zien dat ze over de nodige middelen beschikken en de bereidheid hebben om dat geweldsmonopolie zo nodig in te zetten.

Militaire parades, vliegende vaandels en trompetgeschal, maar ook militaire oefeningen en tegenwoordig ook operaties in het buitenland zijn van die manieren om te laten zien dat de politieke spierballen nog goed in vorm zijn.

Kortom, voor een goed soevereiniteitsgevoel is de Krijgsmacht best belangrijk!

De Nederlandse missie in Uruzgan was een goed voorbeeld.

Hoewel de missie in Afghanistan op zichzelf een weinig duidelijk Nederlands belang diende, was het politieke resultaat dat op grond van de Nederlandse sneuvelbereidheid wel dat mochten aanschuiven bij de G20. Ook niet een duidelijk gedefinieerd belang, maar het voelt goed want je speelt met de grote jongens op het schoolplein van de Wereld.

Het is dan ook opvallend dat waar velen zich druk maken over het feit dat ‘onze’ soevereiniteit door Brussel gestolen zou zijn, de verdamping van de NL Krijgsmacht en dus het krachtsinstrument van de soevereiniteit, zo onopgemerkt voorbij gaat.

In rap tempo worden onze krijgsmachtonderdelen deel van het Duitse leger- de luchtmobiele brigade, of ze kunnen alleen nog maar optreden samen met Belgen voor de Marine en Luchtmacht.

Dat hoeft niet erg te zijn, maar het is wel opvallend, aangezien dit essentiële deel van het Staat-zijn zonder het minste politieke debat verdwijnt.

Op een moment dat velen roepen dat onze soevereiniteit uit ‘Brussel’ terug moet worden gehaald, brengen wij die zelf naar Berlijn.

Het zal ook niet zonder gevolgen blijven aangezien de staat minder sterk gedefinieerd wordt en meer provinciale kwaliteit krijgt. Het voorstel van  Thijs Woltgens om Nederland als zeventiende deelstaat bij Duitsland te doen aansluiten bevestigt zich in de praktijk.

Je zou verwachten van de Twitter Kamer dat als je een debat wijdt aan examendiefstal de De Facto overdracht van soevereiniteit aan Berlijn ook wel een debat waard zou zijn. Niet dus.

Maar ja, zo hebben de Kamerleden wel tijd over om hun Duits wat bij te schaven!

Even oefenen: ‘Ich bin ein Berliner’