In een ver verleden heeft de Europese overheid, dat wil zeggen alle Europese landen inclusief Nederland, mij een baan aangeboden.
Ik heb mij verplicht een aantal uren per dagen in een kantoorpand aanwezig te zijn, een aantal taken uit te voeren en het pand weer te verlaten als de baas tevreden is. Als tegenprestatie maakt die overheid iedere maand een afgesproken salaris over.
Voor het goede begrip, dat werd voorgesteld door die overheid. Want het werk was belangrijk.
Maar de tijden zijn veranderd, iedereen moet de broekriem aanhalen, prima. In het kader van die nieuwe realiteit is er een salarisontwikkeling afgesproken die is gebaseerd op de lonen van de nationale ambtenaren. Dat is onderhandeld met de vakbonden en ik kan mij er in vinden.
Dit jaar, en het jaar daarvoor, hadden de regeringen even geen zin om die loonsverhoging die ze hun eigen ambtenaren hebben gegeven door te rekenen naar de Europee ambtenaren. Kwam politiek even niet uit. Moeilijk verhaal, slechte koppen in de pers.
Dat is dus vette pech voor Europese ambtenaren, die maar meteen het stempel ‘Eurocraat’ opgestempeld krijgen. Als je een ‘Eurocraat’ wat aandoet is dat altijd nog minder erg dan wanneer je dat een mens aandoet, nietwaar?
Zijn Europese ambtenaren de enigen? Zeker weten van niet. Griekse gepensioneerden, Nederlandse werknemers die dachten dat ze met 65 AOW kregen, toekomstige huizenbezitters, allemaal krijgen ze te maken met de onvermijdelijke andere regels dan waar ze hun plannen op hadden gebaseerd.
Zou ik het zelf anders hebben gedaan, als ik politicus was geweest?
Ik ben heel erg bang van niet. Als je als politicus de keus krijgt tussen het redden van de economie en pijn bij een groep burgers, dan kies je uiteindelijk toch voor het voortbestaan van de economie, dus het land.
Jammer voor die burgers..
De onvermijdelijke wetmatigheden beschreven door Darwin bepalen immers dat overleven van de soort voorrang heeft boven het leven van het individu.
Maar er valt natuurlijk wel een hele harde les uit te leren. En die is dat de overheid per definitie onbetrouwbaar is. Niet omdat politici of ambtenaren slecht zijn, maar gewoon omdat het besturen van een land soms keuzes vergt die ingaan tegen eerder gemaakte afspraken. Voortschrijdend inzicht heet dat, of: Met de kennis van nu……
En dus moet de burger, die overigens zelf die politici democratisch heeft gekozen, zijn lessen trekken. Niet vertrouwen dat collectieve voorzieneningen zijn sociaal vangnet zullen zijn, maar zelf buffers opbouwen, spaarpotjes aanleggen, uitgaan van zelfredzaamheid, zorgen dat een familie of ander netwerk als sociaal vangnet kan dienen, risico’s spreiden.
Dat is natuurlijk niet een houding waar we de economie mee uit het slop trekken, maar ja, dat is een beetje de schuld van diezelfde overheid!
En dus van ons zelf, wij die die politici kiezen.
(On)betrouwbaarheid is dus van iedereen.
Prima artikel. We moeten eens vaker in de spiegel kijken….
LikeLike
Het is altijd nog beter om een Eurocraat iets aan te doen, dan om een mens iets aan te doen, schrijft de auteur. Een redenering is dat, gezien we allemaal onderdeel zijn van de markt en de democratie, we allen eveneens medeplichtig zijn aan onbetrouwbaarheid. Immers, bij gaatjes moet worden geschraapt. Met Eurocraten kan de doorsnee burger zich het minst identificeren, dus ligt het voor de hand dat deze groep het eerst “geslachtofferd” wordt.
Dit alles zijn symptomen van een stervende beschaving. Het is ruzien om het verdelen van taartpuntjes. We zouden de vraag moeten stellen: “Hoe kunnen we een gehele nieuwe taart bakken?”
LikeLike