Europese wetten worden voorgesteld door de Europese Commissie, vastgesteld door de ministers van de EU-lidstaten en de leden van het Europees Parlement. Nederlandse politici bepalen dus gewoon mee wat er in Europa gebeurt.
Dat doet de Europese Commissie niet, die is slechts verantwoordelijk voor de uitvoering van die wetten.
Nu is dat wetgevende proces met 27 lidstaten en een Europees Parlement natuurlijk best ingewikkeld, en het uiteindelijke besluit is dikwijls het resultaat van een delicate evenwichtsoefening.
De Europese Commissie is zoals gezegd belast met de uitvoering. Een correcte uitvoering is noodzakelijk om het politieke compromis recht te doen.
Politici die het niet met het besluit eens zijn mogen dan graag verwijzen naar de ‘Brusselse Regeltjesfabriek’ maar het juridische huis is slechts een weerspiegeling van de politieke besluitvorming. Een besluitvorming die in het geval van de Nitraatrichtlijn, aangenomen onder Nederlanders voorzitterschap in 1991, ook nog een subtiel Nederlands tintje heeft. Want de strenge toepassing van de Europese regels in Nederland is voor een groot gedeelte op het Ministerie van VROM terug te voeren die het Nederlandse drinkwater wilde beschermen tegen het uitrijden van te veel mest, de verantwoordelijkheid van het Ministerie van Landbouw.
Het geheugen is evenwel kort, en in de uitvoering willen Nederlandse politici als de praktische invoering van een wet een beetje tegenvalt, dan ook nog wel eens zeggen ‘dat iets moet van Brussel’.
Nog merkwaardiger wordt het als ministers naar Brussel afreizen, laatst nog in rotten van vier, om over de uitvoering in Nederland ‘nog eens te praten’.
Nederlandse ministers vragen dan aan de Europese Commissie af te wijken van wat ze eerder zelf mee hebben besloten.
Is dat al vreemd, het wordt naïef te denken dat de Europese Commissie kan afwijken wat die andere 26 lidstaten en het Europees Parlement ook mee hebben besloten. Het gehele politieke compromis zou immers ter discussie komen te staan.
Dat kan de Europese Commissie zich niet permitteren. Door een probleem met een lidstaat op te lossen, riskeert ze immers problemen met 26 te creëren.
De juiste uitvoering van een delicaat politiek compromis is de enige manier om het vertrouwen in de EU te behouden.
Waarom die ministers dan wel naar Brussel afreizen? Het komt krachtdadig over en als het niet lukt is de Commissie ‘onwrikbaar’ dan wel ‘star’, of: geen oog voor de Nederlandse belangen!
Nee, aan de Minister heeft het niet gelegen!
Dus wel, als je in Europa iets besluit moet je het uitvoeren, de Europese Commissie poldert niet.