De heiligheid van de nationale staat: tijd voor een ruilverkaveling?


Op Internet staat een interessant filmpje dat de dynamiek van de grenzen van staten in beeld brengt. (http://www.flabber.nl/linkdump/video/landen-indeling-europa-1000-2005-11308)

Bijna duizend jaar Europese geschiedenis in drie minuten in beeld brengen, ok is een beetje snel, maar het geeft wel duidelijk dat grenzen, en het bestaan van staten zelf, altijd onderhevig is geweest aan een bepaalde dynamiek.

Het is niet verwonderlijk dat de internationale rechtsorde, die op nationale staten gebaseerd is, uitgaat van het onwrikbare en eeuwige bestaan van die staten. Je wordt geen lid van een club die het eigen bestaan ter discussie kan stellen. Wil het internationale systeem van interstatelijke samenwerking blijven functioneren dan moet dat axioma worden gerespecteerd. Begrijpelijk, maar maakt het ook lastig om het systeem aan te passen.

De nationale staat is een uitvinding van de Romantiek. De gedachte was dat de staat als bestuurlijk systeem moest samenvallen met een volk, een identiteit, een gemeenschap. De staat niet ten dienste van diens eigenaar, de Vorst, maar ten dienste van de burger, het Volk.

De uitvinding van die nationale staat als uitdrukking van een volk werd vervolmaakt met de uitdrukking van de volkswil, de democratie.

Met de oprichting van de Verenigde Naties werd op grond van haar universalistische ambities dit idee ook toegepast op de nieuwe staten. En dat waren er nogal wat na de Tweede Wereldoorlog.

Helaas waren er nogal wat staten bij waar helemaal niet een verenigd en blij volk de staat als wenkend toekomstperspectief verwelkomde.

Zelfs in de bakermat van de nationale staten, Europa, bleek dat niet iedereen tevreden was gesteld. Minderheden als Catalanen, Basken, Schotten, Bretoenen, vonden het idee namelijk zo goed dat ze het ook voor zich zelf wilden. Dat vonden de meerderheden dan weer niet goed.

In de Levant waren de Koerden ook niet helemaal aan hun trekken gekomen, verdeeld over drie staten die alle drie niets zagen in een onafhankelijk Koerdistan. Om over Afrika dan nog maar te zwijgen, waar de tribale realiteit geen enkele basis verschafte voor welke nationale staat dan ook, maar wel moest worden geleefd met kunstmatige koloniale grenzen.

We zitten nu in de merkwaardige situatie dat omdat het bestaan van staten niet ter discussie mag staan, de volkeren zich maar moeten vormen naar de statelijke realiteit.

Met veel goede bedoelingen worden pogingen gedaan een ‘civil society’ te creëren in landen waar de mensen helemaal niet met elkaar willen samenleven. Of waar een bepaalde groep in de staat een perfect middel ziet om de andere groep onder de duim te houden.

Zo wordt de staat een binnenlandse bezettende macht. Dicht bij huis hebben de Vlamingen dat ook eeuwen zo ervaren.

Syrië, Irak, maar ook Spanje en het nu nog Verenigde Koninkrijk zijn landen waar dit speelt.

Een aantal zijn wel uitelkaar gevallen. Tsjecho-Slowakije is een voorbeeld waar op vreedzame wijze het boek is dichtgeslagen, Joegoslavië was een iets minder vreedzaam verhaal. De wereld is echter niet in elkaar gestort, en de voormalige Joegoslavische republieken beginnen heel aardig te functioneren.

Met name in het Midden-Oosten functioneren een aantal staten niet, erger, het bestaan ervan is de bron van het geweld. Om dat geweld te stoppen lijkt het wenselijk de optie van een statelijke ruilverkaveling niet uit te sluiten.

Een gedachte over “De heiligheid van de nationale staat: tijd voor een ruilverkaveling?

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.